CD&V Schilde trekt een rode kaart voor de ‘Beleidsnota voor de dorpskernen’ (lees: een visienota over het integreren van meergezinswoningen in de dorpskernen).  Hierbij onze motivering: Het huidige bestuur maakt zich sterk dat deze nota de wildgroei van luxe-appartementen in de dorpskernen aan banden zal leggen.   Bij nazicht van de nota vrezen wij echter het tegenovergestelde effect:  De grote vrijheid van beoordeling van de bouwkamer en het schepencollege creert ruimte voor willekeur, maar ook onzekerheid. Er wordt gegoocheld met vage begrippen zoals de buurt, de ruimere/onmiddellijke omgeving, .... We vinden nergens objectieve, meetbare criteria. Er is geen enkele zonering binnen de dorpskernen, maw appartementen kunnen vanaf nu overal in woongebied. Enkel woonparkgebied blijft gevrijwaard. Op basis van deze nota kan de ontwikkelaar in principe in elke straat van de dorpskernen een aanvraag voor meergezinswoningen indienen.  De voorgestelde compensatoire vergoeding voor het ontbreken van parkeerplaats en de financiële last voor ontharding zijn zo minimaal en bijgevolg een maat voor niets, een lachertje dus.  Ook missen we mogelijkheden voor het creëren van alternatieve woonvormen o.a. co-housing. Er zijn helaas ook nergens parameters voorzien om in te spelen op de demografische ontwikkelingen in onze gemeente(lees: vergrijzing), noch handvaten om het aanbod betaalbare woningen voor de modale inkomens te vergroten.  Het aspect mobiliteit blijft in de nota zeer summier: de impact van nieuwe projecten op de verkeersveiligheid, de leefbaarheid, het dorps karakter en de demografische draagkracht ontbreekt volledig. Het begrip knooppuntwaarden wordt nergens verduidelijkt.   Op de expliciete vraag van de Gecoro rond aandacht voor het (moedwillig) opsplitsen van percelen om de doelstellingen van de nota te ontwijken en aandacht voor het planten van bomen wort niet ingegaan.  Voor CD&V is deze nota een gemiste kans en is het verworden tot een passe-partout voor een zeer liberale benadering van de ruimtelijke ordening in onze dorpskernen. Er blijft teveel ruimte voor interpretatie door zowel de ‘bouwkamer’ als het schepencollege in de beoordeling van de aanvragen. We vragen ons ook af hoe de ambtenaren van ruimtelijke ordening met dit vage document zullen moeten omgaan bij het adviseren van de kandidaat- bouwheren. De voorafgaandelijke bespreking samen met de bouwheer in de beruchte ‘bouwkamer’, zet bovendien de deur naar beïnvloeding en druk op de ambtenarij wagenwijd open.  Om de leefbaarheid van de dorpskern te vrijwaren vragen wij dat het bestuur de voorliggende visienota grondig bijstuurt, zo niet zijn onze dorpskernen volledig vogelvrij. Dit kan ons inziens enkel door het invoeren van een bouwpauze zodat in alle sereniteit het debat gevoerd kan worden over de toekomstige invulling van onze dorpskernen, met speciale aandacht voor betaalbaar wonen zodat onze gemeente ook aantrekkelijk is voor jonge gezinnen.